Over Tsjechië

  • De officiële benaming van Tsjechië is Ceská Republika of kortweg Cesko
  • Tsjechië is een republiek in Midden-Europa
  • Het land is 78.864 km² groot en telt 10.332.000 inwoners (131 inwoners per km²)
  • De hoofdstad is Praag
  • Munteenheid is de koruna (Kč) of kroon, onderverdeeld in 100 heller
  • De nationale feestdag (onafhankelijkheidsdag) is 28 oktober

Autovignet

Sinds enige tijd is ook in Tsjechië een autovignet verplicht. Weliswaar is het vignet alleen nodig op de grotere snelwegen, het blijft echter aan te raden om een vignet aan te schaffen. Wanneer u zonder vignet wordt betrapt kan de boete oplopen tot €500. Een vignet kan in Tsjechië gekocht worden bij de lokale VVV kantoren bij ambassades of gewoon bij tankstations langs de snelwegen.

Landschap

Tsjechië vertoont een aantal, zowel naar ouderdom als naar vorm, zeer verschillende landschapsvormen. Deze landschappen zijn in drie hoofdgroepen te verdelen, te weten:

  • De bekkens en gebergten van het Boheemse massief in het westen
  • De Silezisch-Moravische corridor, een laaglandgebied tussen het Boheemse en het Moravische deel
  • De bekkens en gebergten van het jongere plooiingsgebergte in Moravië, deel uitmakend van het westelijk deel van de Karpaten

Het Boheemse massief is een in het oud- en jong-Paleozoïcum geplooid gebied. De hiertoe behorende gebergten omsluiten in een wijde boog de Boheemse laagvlakte, die zelf ook weer uit een aantal te onderscheiden elementen bestaat.

Sudetengebergte

Beginnend in het noorden is daar allereerst het Sudetengebergte, dat voornamelijk uit graniet bestaat en in de Schneekoppe (Snezka, 1603 m; in het Reuzengebergte) in Tsjechië zijn hoogste top bereikt. Westelijker sluit hierop het Ertsgebergte (Krušné-hory, hoogste top Klínovec, 1243 m) aan, uit kristallijne gesteenten bestaand; aan de voet hiervan heeft zich een vulkanisch gebergte (het Duppauergebergte) met minerale bronnen ontwikkeld. Bij Asch en Eger vormt het Egerbekken een onderbreking, waarna het bergland zich naar het zuidoosten voortzet in het Fichtelgebergte (kristallijn gesteente) en het Bohemerwoud (graniet), gemiddeld 1000 à 1100 m hoog, met als hoogste top de Javor (ca. 1330 m). 

De door deze gebergten omsloten Boheemse laagvlakte bestaat in het zuiden uit het door erosie zeer in hoogte gereduceerde massief van Zuid-Bohemen, dat uit kristallijne gesteenten en in het noordwesten en zuiden uit graniet bestaat en in het zuiden waarvan zich enkele Tertiaire bekkenlandschappen bevinden, o.a. het Luschnitzer bekken.

Brdawoud

Ten noordwesten hiervan ligt het heuvellandschap van het Brdawoud (oude leisteen), ca. 800-850 m hoog, ten noordwesten waarvan zich de bekkens en heuvellandschappen van Noordwest-Bohemen bevinden. Hierbij sluit zich ten oosten de grote Boheemse laagvlakte aan, die overwegend uit Krijtsedimenten bestaat. 

Moravische hoogten

In het oosten wordt Bohemen van Moravië gescheiden door de Moravische hoogten, een uit Carboonformaties bestaand heuvellandschap van ca. 550-660 m hoogte, dat vrij abrupt tegen de Moravische corridor afbreekt. Dit zeer gecompliceerde geheel van landschapppen is ontstaan als resultaat van de geologische krachten die op het Boheemse massief na zijn vorming in de Variscische plooiingsperiode hebben ingewerkt. Een deel ervan werd in jong-Paleozoïsche tijd door de zee overstroomd en er vormden zich sedimentgesteenten. In het Tertiair werd het gehele landschap nogmaals opgeheven en tot een aantal afzonderlijke delen verbrokkeld. Door denudatie liggen de kristallijne kernen van oudere gesteenten, die dikwijls zeer ertsrijk zijn, voor een deel aan de oppervlakte. 

Klimaat

Van west naar oost gaande krijgt het klimaat een sterker continentaal karakter. De gemiddelde dagelijkse temperatuur in Praag is de maand januari 9,5 °C en voor de maanden juni, juli en augustus respectievelijk 30,9, 32,7 en 31,8 °C. De neerslag varieert sterk met de plaats, een gevolg van de geaccidenteerdheid van het land. De grootste hoeveelheden vallen gedurende de zomermaanden. 

Verkeer

Tsjechië heeft een dicht wegen- en spoorwegnet. Samen met Slowakije resp. 73.800 en 13.186 km. Het wordt nog uitgebreid met verbeterde lijnen Berlijn-Praag-Wenen en Neurenberg-Praag. Praag, Ostrava en Brno hebben een internationale luchthaven.

Steden

De interessantste stad van het land is zonder twijfel Praag; in Moravië is het de oude universiteitsstad Olomouc (na de hoofdstad het belangrijkste stadsmonument van Tsjechië) met talrijke historische gebouwen.

Interessante steden in Bohemen zijn o.a. Tábor (aan het begin van de 15e eeuw een belangrijk centrum van de hussitische beweging; uit die tijd stamt ook het catacombenstelsel, waardoor de huizen van deze stad met elkaar verbonden waren), in het zuiden Ceský Krumlov (bekend door onder andere het kasteel met een baroktheater in ongeschonden staat), in het zuidoosten Telc (met een pittoresk hoofdplein) en in het oosten Kutná Hora. Het land is rijk aan diverse typen burchten en kastelen.

In de omgeving van Praag liggen onder meer Karlštejn (het belangrijkste gotische kasteel, sinds 1991 in restauratie), Krivoklát (het jachtslot van de Tsjechische koningen) en het –oorspronkelijk gotische– kasteel Konopištè (met een unieke verzameling jachttrofeeën). In het Zuidboheemse kasteel Hluboká nad Vltavou, gebouwd in Tudor-stijl, is een galerie van moderne kunst gevestigd. In Moravië zijn bijvoorbeeld het gotische kasteel Pernštejn en de barokkastelen van Valtice en wdár nad Sázavou bekend; in het laatste bevindt zich een boekenmuseum.

Natuur

Wat de natuur betreft, biedt Tsjechië zeer uiteenlopende typen landschappen. In Zuid-Bohemen bevinden zich de uitgestrekte hoogvlakten met de (in de 16de eeuw) kunstmatig aangelegde meren en de (recent) aangelegde stuwmeren, zoals dat van Lipno, een centrum van zomertoerisme.

In Noord-Bohemen liggen diverse centra van vooral wintertoerisme, zoals in Krkonoše (Reuzengebergte) of in de Jizerské-bergen. Vlak bij de stad Jicín liggen de Prachovské skály, een uitgestrekt complex van bizarre zandsteenrotsen (met oefenterreinen voor bergsportbeoefenaars). Ook het Jeseníkygebergte in Noord-Moravië wordt het meest in de winter bezocht.

In het lager gelegen Midden-Moravië bevindt zich de zogenaamde Moravský kras, een natuurreservaat met talrijke druipsteengrotten en een 138 m. diep ravijn (Macocha).